Hulshorsterzand
Advies Flora en Fauna

Flora & Fauna advies

De adviezen die Bureau Biota in dit kader verzorgt zijn vaak vraaggestuurd en komen bijvoorbeeld voort uit projecten in het kader van verduurzaming van woningen (renovatie) en groene ruimte (aanleg zonneparken) of natuurinclusief bouwen. Veel van deze adviezen komen voort uit het feit dat we in Nederland te maken hebben met natuurwetgeving (Omgevingswet). Daarnaast komen in Nederland ook soorten voor die niet alleen nationaal, maar ook op internationaal niveau bescherming genieten (Vogel- en Habitatrichtlijn).

Bij werkzaamheden, zoals bouw-, sloop- en/of renovatieactiviteiten of bij ontwikkelingen in of nabij beschermde natuurgebieden (Ecologische Hoofdstructuur (EHS) / Natuurnetwerk Nederland (NNN) of Natura 2000-gebieden) is het van belang te weten of door de gewenste activiteiten beschermde soorten in het gedrang komen en of oplossingen te vinden zijn om verstoring of beschadiging van beschermde soorten te voorkomen.

Omgevingswet
algemeen

Ruimtelijke ontwikkelingen, zoals bouw- of renovatieprojecten kunnen bij de geplande activiteiten negatieve effecten veroorzaken op beschermde soorten. In Nederland hebben we te maken met natuurwetgeving, die zegt dat bepaalde soorten en gebieden moeten worden beschermd om de gunstige staat van instandhouding van deze soorten te waarborgen. Voorafgaand aan de uitvoering van een project moet aanwezigheid van beschermde soorten in beeld worden gebracht.

Omgevingswet
vleermuizen

Vleermuizen zijn wettelijk beschermde dieren en een groot aantal soorten verblijft vaak in (de nabijheid van) gebouwen, waterwegen en vegetatie. Hierdoor komen ze vaak voor op plaatsen waar ruimtelijke ingrepen gepland zijn. Vanwege hun wettelijk beschermde status zijn werkzaamheden waar vleermuizen nadeel van kunnen ondervinden niet zonder meer toegestaan. Bij een dergelijke ingreep is het dan ook noodzakelijk om de potenties voor vleermuizen binnen het project goed in beeld te brengen.

Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL)

Om natuurwaarden in het Nederlandse natuur- en cultuurlandschap te behouden of te ontwikkelen, verlenen provincies subsidie volgens het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL). Bureau Biota kan de monitoring van de volgende soortgroepen uitvoeren: (broed)vogels, dagvlinders, libellen, sprinkhanen en flora.

Agrarisch natuur- & landschapsbeheer

Onder agrarisch natuur- en landschapsbeheer verstaan we het beheer wat agrariërs (laten) toepassen om de kwaliteit van natuur en landschap te waarborgen of te verbeteren. Wij kunnen u onder meer helpen door u van inrichtings- en beheeradvies te voorzien, maar ook door onderzoek en monitoring uit te voeren in uw gebied.

Heeft u interesse of wilt u meer over het bovenstaande weten? Bel of mail ons gerust.
info@bureaubiota.com | 0624620314

Vogels

Van de ruim 850 vogelsoorten die in heel Europa voorkomen, broeden 178 in Nederland. In de winter zijn hiervan 92 soorten in Nederland te vinden. In het stedelijke gebied treffen we 63 soorten aan en 70 soorten worden gezien als watervogels. Dit maakt een totaal van 220 vogelsoorten in Nederland. Van de in Nederland voorkomende vogelsoorten staan 78 op de Nederlandse Rode lijst (2004). Vogels vormen een van de best onderzochte soortgroepen van de wereld. Over deze soortgroep is veel bekend en deze kennis zetten we weer in bij nieuwe onderzoeksprojecten.

U kunt bij Bureau Biota terecht voor:

  • Beheersadviezen
  • Broedvogelonderzoek
  • Toetsing aan natuurwetgeving
  • Trek- en wintertellingen
  • Watervogelinventarisaties binnen de stadswaterscan

Reptielen en amfibieƫn

Het aantal inheemse soorten reptielen en amfibieën in Nederland is respectievelijk 7 en 16. Alle soorten reptielen en 11 soorten amfibieën worden beschermd onder de Wet nauurbescherming. Dit houdt in dat men deze soorten niet onnodig mag verontrusten, verwonden, vangen of doden. Daarnaast zijn 6 van de 7 reptielensoorten en 8 van de 16 amfibieënsoorten opgenomen in de Rode Lijst (2009). Het is dus van belang te weten waar deze beschermde soorten voorkomen, hoe het met ze gesteld is en hoe we hen en hun leefgebied kunnen beschermen.

U kunt bij Bureau Biota terecht voor:

  • Beheersadviezen/Inrichtingsplannen
  • Monitoring en onderzoek
  • Toetsing aan natuurwetgeving

Zoogdieren

Natuurinfotafel Groningen ecoduct Egel foto1
  • Volgens het Nederlandse soortenregister kennen we 75 soorten inheemse zoogdieren. Van deze soorten zijn 11 opgenomen in de Rode Lijst (status 2009) met een status ‘gevoelig’ tot ‘ernstig bedreigd’ en 4 zijn opgenomen als ‘verdwenen uit NL’. Daarnaast zijn van 4 soorten te weinig gegevens bekend om te bepalen hoe het de soorten vergaat. Bureau Biota is vooral gespecialiseerd in het onderzoek van de volgende zoogdierfamilies:
    - Muizen
    - Vleermuizen
    - Marterachtigen
    - Haasachtigen
    - Egels en mollen

    Voor het onderzoek aan vleermuizen volgen we het Vleermuisprotocol 2017. Dit protocol is opgesteld door het Netwerk Groene Bureau’s (NGB) en de Zoogdiervereniging (ZV) in overleg met de Rijksdienst voor Onedernemend Nederland (RVO) en de Gegevensautoriteit Natuur (GaN). Klik voor meer informatie over de Wet natuurbescherming en vleermuizen op deze link.

    U kunt bij Bureau Biota terecht voor:
    Beheeradviezen/Inrichtingsplannen
  • Monitoring en onderzoek
  • Toetsing aan natuurwetgeving

Vlinders

Ons land kent wel 2000 verschillende soorten vlinders. De meeste van deze soorten behoren tot de groep van nachtvlinders. Nederland telt daarnaast 54 soorten dagvlinders. Van deze 54 soorten zijn 31 opgenomen in de Rode Lijst (2006) met de status ‘gevoelig’ tot ‘ernstig bedreigd’. Van deze 54 soorten dagvlindersoorten worden 28 beschermd onder de Wet natuurbescherming. Het is van belang onderzoek te doen naar het wel en wee van deze soortgroep, zodat zichtbaar wordt waar zich beschermde soorten ophouden en hoe het met hen en hun habitat is gesteld. Op deze manier kunnen we deze soortgroep beter beschermen. Onderzoek aan dagvlinders voeren wij doorgaans gelijktijdig met onderzoek aan libellen uit.

U kunt bij Bureau Biota terecht voor:

  • Beheersadviezen/Inrichtingsplannen
  • Monitoring en onderzoek
  • Toetsing aan natuurwetgeving

Libellen

Van de 71 soorten libellen die Nederland ooit rijk was, planten zich in Nederland momenteel nog 64 soorten voort. Van deze soorten staan 18 op de Rode Lijst (2011) als gevoelig, kwetsbaar, bedreigd of ernstig bedreigd. Onder de Wet natuur-bescherming worden 8 soorten beschermd. Met de juiste maatregelen kunnen we de instandhouding van dergelijk soorten waarborgen. Hiervoor is een goed zicht op de verspreiding van de soorten van groot belang. De kennis die we hebben over libellen zetten we op verschillende manieren in.

U kunt bij Bureau Biota terecht voor:

  • Beheersadviezen/Inrichtingsplannen
  • Monitoring en onderzoek
  • Toetsing aan natuurwetgeving

Inventarisaties van libellen voeren wij doorgaans gelijktijdig met inventarisaties van dagvlinders uit.

Sprinkhanen en krekels

In Nederland komen bijna 50 inheemse soorten sprinkhanen en krekels voor. Van deze soorten staan 11 op de Rode Lijst (2012) met een status ‘gevoelig’ tot ‘ernstig bedreigd’ en 3 soorten staan in deze lijst als verdwenen. De meeste soorten zijn dus ‘thans niet bedreigd’. Dat is positief, maar om dit zo te houden is het van belang rekening te houden met de habitateisen van sprinkhanen en krekels.

Onze kennis over de ecologie en habitatkeuze van deze soortgroep zetten we in bij:

  • Beheersadviezen/Inrichtingsplannen
  • Monitoring en onderzoek

Aangezien geen enkele soort van de sprinkhanen en krekels als beschermde soort is opgenomen in de Wet natuurbescherming geldt voor deze soortgroep alleen de zorgplicht.

Flora

In Nederland onderscheiden we ruim 1400 verschillende soorten vaatplanten. Hiervan staan 530 op de Rode Lijst (2012). Planten hebben de afgelopen jaren nogal kunnen profiteren van natuurherstelmaatregelen, natuurontwikkelingsprojecten en beheermaatregelen. Door de jaren heen is op dit gebied veel kennis vergaard. Deze kennis zetten wij op verschillende manieren in.

U kunt bij Bureau Biota terecht voor:

  • Inventarisatie/Kartering
  • Monitoring
  • Beheersadvies
  • Toetsing van natuurwetgeving

Mossen

Er zijn in Nederland ruim 600 soorten mossen bekend. Mossen zijn kleine plantjes die zich door middel van rhizoïden (hechtdraten) vastzetten aan stenen, grond, of hout. Mossen lijken veel op vaatplanten, maar ze produceren geen zaden bij de geslachtelijke voortplanting. Mossen produceren sporen, net als varens dat doen. In tegenstelling tot vaatplanten hebben mossen geen wortels en vaatbundels voor transport van water en voedingsstoffen. Bij mossen vindt het transport van water en voedingsstoffen voornamelijk plaats langs de buitenzijde van het mos. Bij inventarisaties van vegetatie worden mossen vaak niet onderzocht. Toch kan de aan- of afwezigheid van bepaalde mossoorten veel zeggen over de kwaliteit van het milieu. Daarnaast staat bijna de helft van alle Nederlandse mossen (254 soorten) op de Rode Lijst (2012) als zijnde bedreigd.

U kunt bij Bureau Biota terecht voor:

  • Inventarisaties
  • Monitoring
  • Beheeradvies