Vlinders zijn insecten uit de orde van de schubvleugeligen, de Lepidoptera. De vleugels van vlinders zijn bedekt met vele kleine schubjes, vandaar de naam.
In Nederland maken we onderscheid tussen dagvlinders en nachtvlinders. Dagvlinders hebben aan het einde van hun antennes een knopje, zoals bij een speld. Nachtvlinders hebben meestal geveerde, of draadvormige antennes. Dagvlinders vliegen alleen overdag, ze zijn dagactief. Nachtvlinders vliegen vooral ‘s avonds en ’s nachts, maar er zijn ook soorten nachtvlinders die dagactief zijn (bijvoorbeeld de Sint-Jansvlinder en de kolibrievlinder).
Vlinders proeven met pootjes en weten zo op wat voor blad ze zitten en of dit een geschikte plant is om eitjes op af te zetten. Met hun pootjes bepalen ze ook de windrichting. Ruiken doen vlinders met hun antennen. Ze vangen de geurstoffen op met hun antennen. Vooral de nachtvlinders met de geveerde antennen zijn hier goed in. Vlinders leven van nectar dat ze uit bloemen verzamelen door middel van een roltong. Als vlinders hun tong niet gebruiken zit deze opgerold onder hun kop.
Hieronder vind je informatie over verschillende soorten dagvlinders die je in Nederland kan vinden.