Libellen (Odonata) zijn een groep van slanke, vleesetende insecten die je kan verdelen in de ‘echte libellen’ (Anisoptera) en de ‘juffers’ (Zygoptera). We kennen op de hele aarde wel bijna 6000 verschillende soorten libellen. In Nederland zijn ruim 70 soorten gezien.
Het lijfje van libellen en juffers is langgerekt en bestaat uit een kop, een borststuk en een achterlijf. Ze hebben vier vleugels met in elke vleugel een vleugelvlekje, het pterostigma. De voorste twee vleugels van de echte libellen verschillen in grootte/vorm van de achterste twee vleugels. Vaak zijn de achterste vleugels wat breder. Daarom worden echte libellen ook wel ongelijkvleugeligen genoemd. De juffers noemen we gelijkvleugeligen. Juffers zijn meestal veel kleiner dan de echte libellen. Bovendien rusten de meeste echte libellen met hun vleugels gespreid, terwijl juffers hun vleugels meestal tegen elkaar klappen als ze ergens gaan rusten. Het achterlijf van libellen en juffers bestaat uit 10 kleinere stukjes, de segmenten. Deze segmenten kunnen een bepaalde kleur of tekening hebben en mede daaraan kan je zien welke soort het is.
Libellen en juffers leven niet altijd op het land en in de lucht. Sterker nog, de meeste soorten brengen als larve meer tijd door onder water dan erboven! Ze leggen hun eitjes in of vlak bij het water. De vrouwtjes paren dicht bij het water met de mannetjes en gaan dan eitjes afzetten in het water, op waterplanten of op een plek dichtbij water. In deze eitjes ontwikkelt de libel zich tot een prolarve. Buiten het eitje wordt de prolarve een echte larve die nog een paar keer vervelt. De larven leven onder water en zijn echte jagertjes. Ze vangen van alles en nog wat aan kleine waterdiertjes met hun speciale ‘uitklapkaken’. Zelfs kikkervisjes zijn niet veilig voor de grotere soorten! Als de larve groot genoeg geworden is, zal deze uit het water kruipen. Sommige soorten kruipen de oever op en andere soorten gebruiken de planten die uit het water steken om boven het water uit te komen. Daar zoekt de larve een plekje om voor de laatste keer te vervellen. Dan barst zijn huid boven op het borststuk open en komt langzaam het volwassen dier tevoorschijn: het uitsluipen. De libel kruipt uit de huid en gaat rustig zijn vleugels en lichaam volpompen tot hun volledige omvang. Nog even opdrogen/uitharden en dan is de libel klaar om te vliegen. Bij de ene soort duurt het uitsluipen maar 10 minuutjes, terwijl andere soorten er wel uren over kunnen doen.