Uitgevoerde projecten

Bureau Biota heeft sinds 2014 verschillende projecten uitgevoerd, van meerjarige onderzoeksprojecten tot (kleine) quickscans in het kader van de Wet natuurbescherming. De onderwerpen lopen uiteen van het leven onderwater tot broedvogelkarteringen. Hieronder vindt u een samenvatting van enkele projecten die tot op heden zijn uitgevoerd.

Strijperheg

De Strijperheg, één van de onderzochte broekbossen. Hydrologisch herstel heeft plaatsgevonden door opstuwing van het peil in de aanliggende watergang.

Met name watermijten blijken erg indicatief voor de hydrologische toestand van broekbossen. Afgebeeld de zeer zeldzame Panisellus thienemanni, tijdens het onderzoek aangetroffen in broekbos langs de Tongelreep. De soort is afhankelijk van een sterke kweldruk.

Verborgen biodiversiteit in Brabantse broekbossen
Waarde van macrofauna als indicator voor ecologische kwaliteit

Bureau Biota heeft samen met ecoloog Henk Moller Pillot en met steun van Provincie Noord-Brabant en Staatsbosbeheer een onderzoek kunnen starten naar de natuurwaarde van Brabantse broekbossen, op basis van aquatische macrofauna. Hiervoor zijn meerdere broekbossen geïnventariseerd. Naast welke soorten er leven, is ook gekeken of macrofauna een rol kan spelen als indicator bij hydrologisch herstel van broekbossen. 

De provincie Noord-Brabant herbergt een belangrijk deel van de in Nederland nog bestaande broekbossen. Ze komen hier met name in beekdalen voor en kennen een hoge natuurwaarde met soms erg zeldzame soorten. Broekbossen staan in Nederland erg onder druk en kennen vaak een verstoorde hydrologie. Door ontginning en het hanteren van een onnatuurlijk laag peil, zijn er helaas nog maar weinig hydrologisch ongestoorde broekbossen over. Verdroging, verruiging, ver­rijking en verzuring gaan vaak hand in hand en vormen een grote bedreiging voor levensgemeenschappen in deze systemen. Verder komen deze bijzondere biotopen helaas nog maar erg versnipperd voor. Het besef van de bijzondere waarde van broekbossen en het wezenlijke onderdeel van deze biotopen voor een goed functionerend beeksysteem, hebben ertoe geleid dat in meerdere broekbossen hydrologische herstelmaatregelen zijn genomen.

Macrofauna, een groep van aquatische, ongewervelde dieren, vormt een belangrijk onderdeel van de biodiversiteit in deze natte systemen. Ze zeggen veel over de ecologische (hydro­logische) kwaliteit van een broekbos. Doordat natte bio­topen in broek­bossen van oorsprong niet zijn opgenomen binnen de meetnetten van waterschappen, is er echter een gebrek aan kennis over de macrofauna levensgemeenschap in broekbossen.

Nat biotoop in een broekbos langs het Leekstermeer,
één van de onderzochte locaties.

Macrofauna bestaat uit verschillende groepen kleine, aquatische, ongewervelde dieren die een graadmeter vormen voor de ecolo­gische kwaliteit van oppervlaktewater.

Broekbossen in Groningen

Macrofauna als graadmeter bij beheer en herstel

Broekbossen zijn kwetsbare, vochtige systemen met een hoge natuurwaarde. Ze zijn afhankelijk van permanent natte condities en voeding met grondwater of overstroming met beekwater. Door de permanent natte omstandigheden wordt de afbraak van organisch materiaal geremd en ontstaat uiteindelijk een veenbodem. Broekbossen zijn hierdoor gevoelig voor langdurige droogte. Ze hebben een belangrijke functie bij het vasthouden van water (klimaatbuffer).

Bureau Biota heeft samen met Tonckens Ecologie en met steun van Provincie Groningen, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en Het Groninger Landschap onderzoek uitgevoerd naar macrofauna in een aantal broekbossen in de provincie Groningen. Een belangrijk doel hierbij was, om te onderzoeken of macrofauna gebruikt kan worden als graadmeter bij beheer en herstel van broekbossen. De resultaten van de inventarisaties laten zien dat de macrofauna levensgemeenschap in een broekbos de hydro­logische toestand reflecteert, waarbij blootstelling aan sterke droogval, onvoldoende kweldruk en verzuring mede bepalend is. Het onderzoek heeft een indicatorreeks opgeleverd, met soorten die in meer of mindere mate gevoelig zijn voor deze factoren. De soorten hebben een gevoeligheidsklasse toebedeeld gekregen, waardoor een beoordeling van de ecohydrologische toestand van een broekbos op basis van macrofauna mogelijk is geworden. Geconcludeerd kan worden dat macrofauna een complementaire rol kan vervullen als graadmeter bij het monitoren van hydrologisch herstel van broekbossen.

Kansen voor de groene glazenmaker
Groningen en Drenthe

De libellensoort de groene glazenmaker (Aeshna viridis) is een habitatrichtlijnsoort. Deze libel is voor de voortplanting afhankelijk van de plant krabbenscheer. In het noorden van ons land komt de plant op zeer veel plaatsen voor, maar wordt niet altijd vergezeld door de groene glazenmaker. Waar zijn de kansen van de groene glazenmaker het grootst?

De eerste stap in dit onderzoek was het vaststellen van het actuele verspreidingsbeeld van krabbenscheer (Stratiotes aloides) in de provincies Groningen en Drenthe. Uitgangspunt voor dit deel van het onderzoek zijn de gegevens uit de Nationale Database Flora en Fauna, die door beide provincies zijn aangeleverd. Deze gegevens zijn aangevuld met waarnemingen van andere partijen en uit recent (eigen) onderzoek. Daarnaast zijn op vergelijkbare wijze ook gegevens van de verspreiding van de groene glazenmaker verzameld. Voor dit onderzoek is vervolgens een selectie gemaakt van de te onderzoeken locaties, met als resultaat 150 locaties in de provincie Groningen, 94 in Drenthe, 6 in Fryslân en 13 in Overijssel. Tijdens de veldbezoeken in de zomer en winter zijn verschillende (a)biotische parameters onderzocht. Op basis van de resultaten van deze metingen is een schatting gemaakt van de potenties van de krabbenscheervegetaties voor de instandhouding van de zeldzame groene glazenmaker. Daarnaast is op basis van de actuele condities in het veld ook een prognose gemaakt, voor hoe de locaties er de komende jaren voor de groene glazenmaker uit gaan zien. Hiervoor is voor elke locatie een factsheet opgesteld met daarop de actuele condities en de verbeterpunten, waarmee een handvat voor eventuele beheermaatregelen wordt geboden.

SNL Weerribben
Dagvlinders, libellen en sprinkhanen

In de periode 2014 - 2017 is in het natuurgebied de Weerribben (Overijssel) een SNL kartering uitgevoerd. Voor deze kartering is onderzocht welke soorten dagvlinders, libellen en sprinkhanen in dit schitterende natuurgebied voorkomen.

Voor deze kartering is een gebied van 3500 hectare binnen het Nationaal Park De Weerribben-Wieden onderzocht. Hierbij werden terreinen met zeven verschillende beheertypen onderzocht op aanwezigheid van kwalificerende soorten en soorten van de Rode lijst. Bijzondere soorten dagvlinders die tijdens de kartering werden aangetroffen zijn: groentje, zilveren maan, grote vuurvlinder, groot dikkopje en grote weerschijnvlinder. Daarnaast werden ook donkere waterjuffer, gevlekte glanslibel, sierlijke witsnuitlibel, Noordse winterjuffer, vuurlibel, bandheidelibel en Kempense heidelibel waargenomen. Ook de sprinkhaansoorten moerassprinkhaan en zompsprinkhaan werden gevonden. Het aantal doelsoorten dat werd aangetroffen in de groep libellen was veel groter dan in de groep dagvlinders (15 vs. 6).

Moerasnatuur in Groningen
Grote modderkruiper, platte schijfhoren en gestreepte waterroofkever

In de sloten en veenwijken van de laagveengebieden van de provincie Groningen zijn bijzondere natuurwaarden aanwezig. Deze gebieden bevatten biotopen voor zeldzame plant- en diersoorten.

Zo ook voor de internationaal beschermde grote modderkruiper (Misgurnus fossilis), platte schijfhoren (Anisus vorticulus) en gestreepte waterroofkever (Graphoderus bilineatus). Echter een actueel verspreidingsbeeld van deze soorten is niet beschikbaar. Ten behoeve van de optimalisatie van beheer en het behoud van deze soorten, is de verspreiding van deze soorten binnen de provincie Groningen in beeld gebracht.

Voor dit onderzoek zijn verschillende locaties geselecteerd op basis van een drietal criteria: 1. locaties waarvan oude (<2010) waarnemingen bekend zijn, 2. locaties met geschikt leefgebied in de directe omgeving van bekende waarnemingen en 3. locaties waarvan beheerders aangeven dat deze potentieel geschikt zijn. Voor de grote modderkruiper zijn 43 locaties onderzocht aan de hand van de eDNA methode van RAVON. Op slechts vijf plaatsen kon aanwezigheid van deze soort worden aangetoond en lijkt hiermee dus op veel van de oude vindplaatsen verdwenen. Voor de platte schijfhoren en de gestreepte waterroofkever zijn 80 locaties in de laagveengordel van Groningen bemonsterd. De bemonstering vond plaats met een schepnet en is aangevuld met resultaten uit enkele fuiken. Helaas is op geen van de bemonsterde locaties een exemplaar van de platte schijfhoren dan wel gestreepte waterroofkever aangetroffen. Nauw verwante soorten, zoals draaikolkschijfhorenslak (Anisus vortex) en de kevers Graphoderus zonatus en G. cinereus werden wel aangetroffen. Het is onduidelijk waarom deze soorten in bepaalde, op het oog geschikte locaties, niet voorkomen. Mogelijk is de dikke zuurstofloze sliblaag die op veel locaties werd aangetroffen ongunstig voor deze soorten, net als de aanwezigheid van steile oevers. Ook het dispersievermogen van beide soorten kan een belangrijke rol spelen bij de mogelijkheid om gebieden te (her)koloniseren.

gekraagde roodstaart man

SNL Freylemaborg en Vosbergen
Broedvogels

In de afgelopen jaren zijn verschillende SNL karteringen uitgevoerd. Hier gaan we kort in op de kartering van twee landgoederen in de provincies Groningen en Drenthe.

Landgoed Freylemaborg is gelegen nabij Slochteren en is circa 23 hectare groot. Het park is aangelegd in de Engelse landschapsstijl. Hier werden 45 soorten van de te karteren broedvogels aangetroffen, zoals bonte vliegenvanger, buizerd, gekraagde roodstaart, grauwe vliegenvanger, goudhaan en koperwiek.

Landgoed Vosbergen is gelegen nabij Eelde en is circa 100 hectare groot, waarvan 43 hectare is onderzocht voor deze kartering. Evenals Landgoed Freylemaborg is Landgoed Vosbergen in de Engelse landschapsstijl aangelegd. Tijdens de kartering werden van de te karteren soorten op dit terrein zes soorten broedend aangetroffen. Het betrof de soorten appelvink, boomklever, fluiter, groene specht, middelste bonte specht en vuurgoudhaan.

Rana arvalis_heikikker

Heikikker in de provincie Groningen
Nieuwe vindplaatsen

De internationaal beschermde heikikker komt op verschillend plekken in de provincie Groningen voor. Voor een effectieve bescherming van deze soort door de provincie, is het van belang inzicht te hebben in actuele verspreiding. Daarnaast is het ook belangrijk om locaties te inventariseren waar de soort nog niet van bekend is, maar op basis van heersende milieucondities wel kan worden verwacht. Dergelijke informatie kan op termijn van belang zijn voor het opstellen van kanskaarten voor de heikikker op provinciaal niveau en bij adviezen in het kader van beheer.

Voor dit pilot-onderzoek zijn in 2016 een viertal gebieden onderzocht op de aanwezigheid van de heikikker. De locaties waren gekozen door beheerders van Het Groninger Landschap, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Het betreft potenteel geschikte locaties voor de heikikker, op basis van beschikbare verspreidingsgegevens en actuele gebiedskennis. De aangewezen gebieden zijn in het voorjaar bezocht. De mannetjes van de heikikker zijn de actief op zoek naar een partner en maken daarbij een kenmerkend geluid. Door te luisteren of deze roep wordt gehoord kan aanwezigheid van deze soort worden vastgesteld.

Op deze eenvoudige manier werden twee nieuwe locaties voor de heikikker in de provincie Groningen gevonden. Hieruit blijkt dat het de moeite waard is om aan de hand van deze methode, meer gebieden in de provincie te onderzoeken.

Wilt u meer over het bovenstaande weten? Bel of mail ons gerust.
info@bureaubiota.com | 06 24 62 03 14